Ziekten
Kattenziekte (Feline Panleukopenie)
Deze meest dodelijke virusinfectie van de kat wordt veroorzaakt door het feline parvovirus. Het is een zeer besmettelijke infectie die het maag-darmkanaal ernstig aantast. De symptomen zijn hoge koorts, diarree (bloederig), buikpijn, braken, uitdroging, lusteloosheid. Het virus zorgt ervoor dat veel witte bloedcellen dood gaan (panleukopenie) en hierdoor ook secundaire infecties een kans krijgen. Sterfte treedt vooral op bij jonge kittens. Het virus wordt overgedragen via braaksel of diarree maar kan zich ook via de placenta van de moederpoes verspreiden. Infectie van embryo’s en foetussen vroeg in de dracht veroorzaakt sterfte. De moederpoes neemt de vrucht weer op in haar lichaam (resorptie) of krijgt een abortus. Het virus is zeer resistent waardoor het maanden infectieus blijft. Het wordt gemakkelijk overgedragen via besmet materiaal, kleding of verzorgers.
Niesziekte
Niesziekte is een aandoening waarbij sprake is van een ontsteking van de voorste luchtwegen. Verschillende virussen en bacteriën spelen een rol (Calicivirus, Herpesvirus en bacteriën zoals Chlamydiae en Bordetella Bronchiseptica). Daarnaast zijn huisvesting, klimaat en verzorging van belang bij het ontstaan van niesziekte. Daarom is het beter te spreken van het niesziektecomplex.
Symptomen
Bij niesziekte is, zoals de naam al aangeeft, sprake van een soort verkoudheid bij katten. Afhankelijk van de verwekker, de leeftijd en de weerstand van de dieren kunnen de verschijnselen variëren. Zo kan de ziekte beperkt blijven tot niezen en wat hoesten met waterige neus- en ooguitvloeiing. Echter als de toestand verslechtert, krijgt de kat koorts met ernstige neus- en ooguitvloeiing en eventueel blaasjes op de tong. Vaak treden er complicaties op zoals bronchitis en longontsteking. Met antibiotica is niesziekte wel te genezen, maar sommige katten kunnen er een chronische loopneus en ontstoken oogjes aan over houden. Ook blijven veel katten die niesziekte hebben gehad drager (herpesvirus). Tijdens een periode van verminderde weerstand, bijvoorbeeld door stress, kan het niezen opnieuw de kop opsteken, waardoor deze kat weer andere katten in zijn omgeving kan besmetten. Niesziekte komt vooral voor op plaatsen waar katten intensief met elkaar in contact kunnen komen, zoals in catteries, pensions en na bezoek aan tentoonstellingen. Contact tussen katten, maar ook contact met besmette materialen vormen de belangrijkste manieren van besmetting.
Preventie
Hoewel vaccinatie tegen niesziekte geen 100% bescherming geeft, is het toch aan te raden tegen deze ziekte te vaccineren. Katten die wel gevaccineerd zijn tegen niesziekte krijgen hooguit een milde vorm van niesziekte. De kans op bijkomende complicaties (zoals bronchitis en longontsteking) is dan wel aanzienlijk kleiner.
Feline Leukemie Virus of Leucose (FeLV)
Feline Leucose Virus (FeLV) is een virusziekte met een dodelijke afloop. Het virus kan leukemie (tumoren van de witte bloedcellen) veroorzaken, maar dit is niet de ziekte die het meeste optreedt na infectie. Het virus tast namelijk het immuunsysteem van de kat aan (sterk verminderde afweer) waardoor ze gevoeliger zijn voor infecties.
Het ziektebeeld van FeLV wordt daardoor vooral veroorzaakt door secundaire infecties. Na infectie vermeerdert het virus zich in de amandelen in de keel en verspreidt zich naar het beenmerg, lymfevaten en lymfeknopen. Het virus komt in het bloed en vanaf dan is het aan te tonen door middel van een bloedtest. Als de speekselklier wordt geïnfecteerd dan zal de kat virus gaan uitscheiden en vanaf nu is de kat besmettelijk voor andere katten. Vooral speeksel bevat dus hoge concentraties virus en dit is ook de voornaamste manier van overdracht van de ene kat op de andere. FeLV wordt dus voornamelijk door langdurig sociaal contact met andere katten overgedragen. Denk bijvoorbeeld aan uit elkaars bakje eten of elkaar wassen, want via speeksel, bloed, urine en ontlasting kan het virus overgebracht worden. Een drachtige poes kan het virus via de placenta overbrengen op haar kittens (en later via de moedermelk). Dit kan leiden tot abortus of geboorteafwijkingen maar er kunnen ook gezonde kittens geboren worden die virusdrager blijven. U ziet ook hier weer het nut van het testen van potentiële ouderdieren (zowel poes als kater).
Kattenaids (F.I.V.)
Kattenaids, officieel Feline Immunodeficiëntie Virus (FIV) genoemd, heeft veel overeenkomsten met aids die mensen kan treffen. Het staat echter vast dat kattenaids niet besmettelijk is voor mensen en andersom. Het virus wordt overgebracht via bloedcontact. Vooral via vecht- en bijtwonden worden katten geïnfecteerd. Omdat katers veel vaker vechten is het percentage geïnfecteerde katers tweemaal zo groot als geïnfecteerde poezen. De ziekte komt het meest voor onder normale huiskatten die naar buiten gaan. Katten die binnenshuis leven in een min of meer sociale groep, zullen elkaar niet snel besmetten doordat ze elkaar tolereren en gevechten hierdoor minder waarschijnlijk zijn. Ook bij dekkingen wordt er gebeten (nekbeet) waardoor een poes geïnfecteerd kan worden door de kater. Een drachtige poes kan het ook via de placenta en later via de moedermelk overbrengen op haar kittens. Kattenaids is ongeneeslijk. De enige manier om te voorkomen dat uw kat FIV krijgt, is deze niet in contact te laten komen met mogelijk besmette dieren. (dit houdt in dat u uw kat niet los buiten kunt laten lopen).
P.K.D. (Polycystic Kidney Disease)
PKD is een erfelijke ziekte. ‘Polycystic kidney disease’ betekent letterlijk ‘nieraandoening met veel vochtblaasjes(cysten)’ en wordt m.n. gezien bij de Perzische kat. Aangezien de Pers is ingefokt om het type van de Brit te verbeteren, is het niet ondenkbaar dat de ziekte ook bij de Brit voorkomt.
De cysten ontstaan uit urine-afvoerbuisjes in de nieren. Al bij heel jonge dieren zijn de cysten aanwezig. Omdat de cysten dan nog heel klein zijn, werken de nieren bij deze jonge dieren nog normaal. Wanneer de cysten in de loop van het leven groter worden en het normale nierweefsel in de verdrukking komt, kunnen de dieren ziek worden. Als er sprake is van een beperkt aantal cysten of als slechts één nier is aangetast, zal het betreffende dier niet ziek worden. Kittens van deze dieren kunnen echter wel ziek worden. Katten hoeven zelf dus niet ziek te zijn of te worden om de ziekte door te kunnen geven aan het nageslacht. PKD is ongeneeslijk en kan de dood tot gevolg hebben. Om de diagnose PKD te kunnen stellen is echografisch onderzoek of onderzoek per DNA nodig. Voordeel van onderzoek per DNA is dat het 100% garantie geeft en het maar eenmalig nodig is. Het advies is om potentiële ouderdieren altijd te laten testen op PKD.
Gezonde nier

Nier met enkele cystes

Nier die bestaat uit vrijwel alleen cystes

HCM (Hypertrofische Cardio Myopathie)
HCM is een erfelijke hartafwijking. Cardio betekent hart, Myopathie betekent spieraandoening.
Bij HCM zijn de spieren van de wand van de linkerkamer in dikte toegenomen (Hypertrofie). Dit veroorzaakt een toenemende verstijving in de linkerkamer waardoor die zich niet efficiënt kan vullen. Bovendien wordt de ruimte in de linkerkamer steeds kleiner, met als gevolg dat minder bloed rond gepompt wordt en de ruimte in de linkerboezem vergroot. Hierdoor ontstaat o.a. een vergrootte kans op trombose. Door een drukstijging in de linker boezem neemt de druk in de longvaten toe, wat leidt tot vochtophoping in de longen en de borstkas. Tevens kan bij HCM een verdikking van de spieren waarmee de hartkleppen bevestigd zijn (papillairspieren) optreden en een abnormale beweging van de hartkleppen, ook wel SAM (Systolic Anterior Motion) genaamd, ontstaan.
HCM is een veel voorkomend hartprobleem bij katten over het algemeen en komt ook binnen Britse bloedlijnen voor. Vaak beginnen de problemen pas als de kat al ruim volwassen is. Aangenomen wordt dat HCM autosomaal dominant vererft. Autosomaal houdt in dat het niet uitmaakt of het van de moeder of de vader komt, dominant betekent dat al één ouder dit hoeft te vererven. De vroege symptomen zijn subtiel en kunnen gemakkelijk over het hoofd worden gezien. Een kat lijkt gezond, maar kan ineens erg ziek worden of “zomaar” doodgaan. Soms gaat er verlamming van achterhand, benauwdheid, slecht eten, vermageren een snellere hartslag of hartruis aan vooraf. Sommige katten ontwikkelen slechts lichte klachten en worden er ogenschijnlijk probleemloos oud mee, terwijl andere er vroegtijdig aan overlijden. HCM is ongeneeslijk, maar wanneer de ziekte tijdig geconstateerd wordt, kan er een specifieke medicatie worden toegediend waarmee de hartwerking enigszins verbeterd kan worden en de kat nog een aantal jaren kan overleven. Het is van belang dat fokpoes en fokkater op HCM worden onderzocht. Tot dusver is de diagnose HCM voor de Brits Korthaar alleen nog maar te stellen d.m.v. echografisch onderzoek. Dit onderzoek moet door een erkend specialist worden uitgevoerd. Dit onderzoek geeft nooit 100% garantie dat een kat geen HCM kan ontwikkelen, maar is altijd een momentopname. Men is bezig met genonderzoek om mogelijk in de toekomst ook bij de Brit HCM per DNA te kunnen diagnosticeren.
